Warme Grond

Warme Grond is een presentatie van 188 Surinaamse plantagenamen en 55 Surinaamse zaden in een kast.

De plantagenamen
Rond 1800 waren er in Suriname 500 plantages in bedrijf, waar onder andere suiker, tabak, cacao, koffie en katoen werd verbouwd.
De plantagenamen waren onder meer ontleend aan de bijbel (Jacobs Worsteling), verwezen naar deugden (Alliance, Friendship), spraken waardering uit over het eigen bezit (Welgelegen, Lustrijk). En wat te denken van La Vide Bouteille?
De meeste van deze plantages zijn in de loop van de tijd verlaten en opgegaan in het bos; de gronden hebben wel hun naam behouden. Zo hebben niet alleen sommige dorpen de naam van een vroegere plantage (Meerzorg, Groot Chatillon), maar ook wijken van Paramaribo (Beekhuizen, Zorg en Hoop, Charlesburg).
De in Warme Grond gebruikte plantagenamen zijn afkomstig van de Kaart van het Bebouwde gedeelte van Surinamen van J. van den Bosch uit 1817.

De zaden
De zaden heeft Ricardo Liong-A-Kong op zijn verschillende reizen naar Suriname verzameld. De verzameling is divers. Er zijn zaden bij van bloemen (fajalobi, krerekrere), groente (wandoe, djar’ pesi), vruchtbomen (manja, sapotille), maar ook van ‘onkruid’ (jorka pesi, toriman) en nuttig hout (mahonie). De meeste zaden zijn dicht bij huis verzameld.

Warme Grond is onderdeel van de reizende tentoonstelling Kunst in de kast van het OCBK (seizoen 2001-2002 en 2002-2003).